22-1-2021: Groene waterstof concurreert in 2030 met aardgas
Een nieuw rapport van ABN AMRO becijfert dat groene waterstof in 2030 veel goedkoper kan zijn dan nu, terwijl aardgas duurder wordt. Daardoor zal groene waterstof uiteindelijk aardgas kunnen verdringen als brandstof voor de industrie en kan er heel veel CO2-uitstoot voorkomen worden.
Waterstof zal tot 2030 goedkoper worden, terwijl aardgas steeds duurder wordt door de heffingen die het kabinet in wil voeren én de toenemenende prijs voor het uitstoten van CO2 in de EU. Die combinatie zorgt ervoor dat aardgas in 2030 1,78 euro kost, terwijl waterstof dan 2,19 euro kost. Dat is een aanzienlijk kleiner verschil dan nu.
Elektrolyzers worden beter
Het rapport van ABN AMRO gaat ervan uit dat de technieken om groene waterstof te maken beter en goedkoper worden. “Er zijn nu al technieken die in het lab werken, waarmee je bijna 100 procent van de stroom omzet in waterstof. Dat maakt het veel aantrekkelijker dan bij de commerciële elektrolyzers van nu, die een verlies van 30 tot 40 procent hebben”, vertelt Shanawaz Bhimji, Senior Credit Strategist bij de bank. Daarnaast daalt de prijs van duurzame stroom verder. Als het lukt om een waterstoftransportsysteem te maken door Nederland, zullen de kosten voor transport ook dalen.
Het is een optimistisch scenario, maar Bhimji denkt dat waterstof een goede kans van slagen heeft. “De EU zet er op in, de aandelen van elektrolyzer-bedrijven stijgen, en CO2 uitstoten zal steeds duurder worden. Ook werkt het taxonomie-systeem van de EU groen ondernemen in de hand, en je kan alleen duurzaam zijn als je bedrijf of je investeringsportfolio groene waterstof gebruikt.” Uiteindelijk is het zelfs mogelijk dat waterstof in 2030 al even duur of goedkoper is als gas.
Industrie stoot veel CO2 uit
De berekening richt zich op de energie-intensieve industrie, die het grootste deel van de CO2-uitstoot in Nederland (31 procent) veroorzaakt. Veel processen in die industrie vragen om hoge temperaturen die je met elektriciteit niet kan bereiken. Nu gebruikt men daarvoor (aard)gas. Maar als de industrie groene waterstof gaat verbranden voor de warmteprocessen, bespaart dat gigantische hoeveelheden CO2. Daarmee komen de doelen uit het klimaatakkoord een stuk dichterbij.
Tot 2030 kan de industrie echter niet op zijn handen zitten. “Blauwe waterstof, die je maakt met aardgas maar waar je de vrijgekomen CO2 ondergronds opslaat, is tot die tijd onmisbaar. Alleen dan kunnen de doelen voor 2030 gehaald worden. Daarna kan groene waterstof concurrerend zijn met aardgas”, denkt Bhimji.
Goede investering
Uiteindelijk zal groene waterstof niet alleen goed zijn voor het milieu, maar ook voor de portomonnee. “Een project als North2, waar Shell heel veel windturbines op zee plaatst en die gebruikt om groene waterstof te maken, dat is een heel stabiele investering: een project van 10 of 20 jaar, met vaste afnemers van de waterstof. Dat is bijna een obligatie, zo betrouwbaar.” Wel zal subsidie van de overheid onmisbaar blijven. Deels zal die subsidie komen van het geld dat door de CO2-heffing bij de overheid binnenkomt, en deels door subsidies zoals de SDE++
Bron: Change.inc